Stappenplan naar een natuurlijke tuin
1. Zorg voor water
Er zijn verschillende manieren om water in je tuin te integreren. Heb je geen ruimte voor een vijver? Plaats dan een regenton om regenwater op te vangen. Hiermee besproei je je tuin of moestuin en bespaar je op leidingwater. Bovendien is regenwater rijk aan mineralen en dus beter voor je planten, terwijl leidingwater vaak veel kalk bevat en minder milieuvriendelijk is.
Heb je wat meer ruimte? Overweeg dan een tuinvijver – die hoeft niet groot te zijn om effect te hebben. Zelfs een kleine vijver trekt al libellen, kikkers, waterkevers en vogels aan. Kies een halfschaduwrijke plek om algengroei te voorkomen, want algen gedijen in warm water en kunnen waterplanten verstikken. Ook tegen muggen kan een vijver helpen: veel waterinsecten, zoals libellen en waterkevers, voeden zich met muggenlarven en houden zo de populatie onder controle.
2. Creëer een snoep- en pluktuin
Plant een paar bessenstruiken op een zonnige plek en kies voor inheemse soorten zoals frambozen, bosbessen, bramen en aardbeien. Zo kun je samen met de kinderen heerlijk fruit plukken in je eigen tuin! Daarnaast trekken deze planten tal van nuttige insecten aan, die zorgen voor een betere bestuiving.
Wil je de bestuiving extra stimuleren? Hang dan een bijenhotel op een zonnige plek. Wees creatief! Zelfs in een kleine stadstuin kun je fruitdragende planten kwijt in een bloembak, pallet of ton.
3. Kweek je eigen groentjes
Moestuinieren is niet alleen een leuke hobby, maar levert je ook een heerlijke oogst op. Kies voor een mix van groenten, fruit, kruiden en nectarplanten en laat de natuur haar werk doen. Nectarplanten trekken bijen en vlinders aan, die helpen bij de bestuiving van je gewassen. Zelfs in een kleine stadstuin kun je groentjes kweken. Gebruik bloembakken, probeer verticaal tuinieren of leg een groen dak aan voor een maximale oogst op minimale ruimte!
4. Maak een natuurlijke beschutting
Veel vogels, insecten en zoogdieren bouwen hun nest in bomen, struiken en klimplanten. Ze bieden beschutting bij slecht weer en een veilige schuilplaats bij gevaar. Wil je je tuin groener maken? Plant dan zeker een boom of struik. Kies bij voorkeur voor inheemse soorten zoals veldesdoorn, wilde kers of boswilg.
Nog twijfels? Stel je voor hoe een eekhoorn speels langs je boom omhoog klimt! Heb je een kleinere tuin? Klim- en slingerplanten zijn een perfecte oplossing. Soorten zoals kamperfoelie en jasmijn ruiken niet alleen heerlijk, maar trekken ’s avonds ook prachtige nachtvlinders aan.
5. Met minder werk, meer leven
Geloof het of niet, maar hoe minder je ingrijpt, hoe meer biodiversiteit je tuin krijgt. Strak gesnoeide tuinen vormen een bedreiging voor veel dieren en planten. Laat in de herfst bijvoorbeeld het gevallen blad liggen. Dit biedt in de winter een schuilplaats voor dieren en wordt in de lente omgezet in voedsel. Stapel dood hout op – egels, spitsmuizen, roodborstjes en winterkoninkjes zullen je dankbaar zijn. En laat afgevallen fruit gewoon liggen, want dat is een feestmaal voor vlinders en vogels!
6. Hang nest- en insectenkastjes op

7. Een bloeiende tuin, het hele jaar door
Kies bij het beplanten van je tuin voor inheemse soorten die het hele jaar door bloeien. Speel met kleuren en geuren om verschillende bijen en vlinders aan te trekken en zo de biodiversiteit te ondersteunen. Plant ook bloembollen en zaai een bloemenweide als je genoeg ruimte hebt.
8. Start met composteren
Composteren is een natuurlijke manier om afval om te zetten in nieuwe voedingsstoffen. In de kringloop van de natuur vormt alles wat afsterft de basis voor nieuw leven. Verzamel daarom je tuinafval en keukenresten in een compostbak. Na verloop van tijd krijg je waardevolle compost, perfect als bodemverbeteraar. Heb je weinig ruimte? Gebruik dan een compostvat om je tuinafval op een compacte manier te verwerken. Zo sluit je de natuurlijke cyclus opnieuw af! Met een Bokashi kan je ook binnenshuis composteren!