Moestuinklussen in maart

Bereid zaaibedden voor

Zelfs niet-afgedekte grond zal nu droger worden en is daardoor beter geschikt om een mooi zaaibed te maken. Het kan lastig zijn om het goede tijdstip te kiezen. De grond mag niet zo nat zijn dat hij aan uw laarzen blijft plakken, maar ook niet zo droog dat het moeilijk is om de kluiten te breken. Hopelijk heeft de natuur een handje geholpen door de grootste kluiten af te breken. Indien de grond eigenlijk te nat is om te belopen, maar u wilt toch doorgaan, gebruik dan planken om over te lopen. Deze verdelen het gewicht en voorkomen dat de grond plaatselijk wordt dichtgedrukt.

Breek grote grondkluiten door er met een spitvork op te slaan en gebruik vervolgens een hark om kleinere kluitjes fijn te maken. Duw en trek de hark heen en weer over het grondoppervlak tot circa 2 cm diep. Trap de grond aan en dien twee weken voor het zaaien organische mest toe, bijvoorbeeld een soort die als basis zeewier heeft. Hark dit onder en uw zaaibed is klaar om te zaaien.

Begin regelmatig buiten te zaaien

Zaaien

Deze maand kan echt worden begonnen met buiten zaaien. In een koud voorjaar kan beter worden gewacht tot het eind van de maand of begin april. Sla, andijvie, radijs, slauitjes, erwten, tuinbonen, spinazie, kool, knolraap en bietjes mogen nu allemaal worden gezaaid. Zaai korte rijtjes met tussenpozen van een week tot 10 dagen (herhaald zaaien). Op die manier kunt u de hele zomer en herfst door groenten oogsten.

Veel zaden worden tegenwoordig vacuüm verpakt in folie dat in de zaadzakjes zit. Als de folie wordt geopend, wordt het vacuüm verbroken en treedt lucht binnen. Bewaar de zaden in de periode tussen het zaaien op een koele, droge plaats, bijvoorbeeld de koelkast. Ook zaden die niet in folie zijn verpakt, kunt u hier het best bewaren. De koele omgeving zorgt ervoor dat de zaden gedurende lange tijd hun kiemkracht behouden. Om fijne groentezaden te zaaien maakt u een ondiep geultjes met een stok. Maak de geul nat als hij droog is. Zaai dun in de geul en dek af met een dun laagje droge grond. Wanneer de zaailingen groot genoeg zijn om ze te hanteren, moeten ze worden uitgedund. Bij erwten en tuinbonen gaat het iets anders. Maak met de spade een geul van ongeveer 3 cm diep, leg erwtenzaden 3 cm uit elkaar op de bodem van de geul en bedek ze. Bij tuinbonen moet de onderlinge afstand circa 15 cm bedragen en ze worden ook met grond bedekt. Erwten en tuinbonen moeten met netten of vliesdoek worden afgedekt om te voorkomen dat muizen of houtduiven ze opgraven.

Zaai pastinaken buiten

Het zaaien van pastinaken vereist weer een iets andere techniek, omdat deze bekendstaan als lastige kiemers. Maak een smalle geul, zoals boven beschreven. Strooi de zaden echter niet dun in de geul, maar leg om de 15 cm groepjes van drie of vier zaden in de geul. Op deze manier worden gaten in de rij voorkomen indien niet alle zaden ontkiemen. Omdat ze zo traag en slecht kiemen, is het een goed idee om een snel rijpend gewas als radijs in de geul te zaaien tussen de pastinaken. Dan kunt u de rij gemakkelijk herkennen.

Poot vroege aardappelen

Aardappelen poten

De traditionele manier van planten is om geulen te graven van één steek diep en een onderlinge afstand van 60 cm. Breng wat organisch materiaal in de geul en strooi organische mest ofwel over de bodem van de geul, of op de grond die voor het maken van de geul is uitgegraven. Leg de knollen circa 30 cm uit elkaar in de geul en bedek ze met de uitgegraven grond.

Uit het boek: 12 maanden in de tuin.