
Geprint vanhttps://tuinadvies.nl/artikels/peterselie_kweken
Peterselie (Petroselinum crispum)
Krulpeterselie is een veelzijdig, tweejarig kruid afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Het wordt vaak gebruikt als garnering maar als smaakmaker is het een grote troef in tal van gerechten.
Toegevoegd aan warme gerechten op het einde van de bereidingstijd past het heel goed in soepen, sauzen, stoofschotels en wokgerechten. Het is onmisbaar in Franse kruidenboeketjes en ook erg lekker bij aardappelen, eiergerechten, vis en vele soorten groenten. Peterselie is rijk aan ijzer en vitamine A en C. Meestal gebruik je de blaadjes maar de steeltjes zijn zeer geschikt om bouillons of stoofschotels op smaak te brengen. Bindt ze samen met een touwtje en verwijder het bundeltje aan het einde van de bereiding.
Soorten peterselie:
BLADPETERSELIE (P. crispum var. neapolitanum)
Deze mooie platbladige soort heeft een sterker aroma en is het best geschikt om mee te koken. Bladpeterselie wordt ook wel Italiaanse of Franse peterselie genoemd.
KNOLPETERSELIE - WORTELPETERSELIE (P. crispum var. Tuberosum)
Deze wortels worden het meeste geteeld in het Midden en Noorden van Europa. Ze lijken op kleine pastinaken, soms wat ronder van vorm. De smaak van deze wortelpeterselie zit tussen peterselie en knolselderij in, met een zachte noottoets.
Zelf kweken peterselie:
Peterselie is gemakkelijk zelf te telen. De trage kiemkracht (4 weken) kan men vervroegen door de zaden een nacht in lauw water te leggen voor de uitzaai. Van de volwassen planten kan je meerdere malen de blaadjes oogsten, die je ook prima kunt invriezen.
Knolpeterselie is niet moeilijker te telen dan de bladsoorten. De wortels graaf je uit in de late herfst en kan je lang bewaren in een kist met vochtig zand. Je kunt de wortel ook invriezen of drogen.
(W)EETJES over peterselie:
Auteur: Ann Dierckx