https://tuinadvies.nl / zaterdag 14 december 2024
Zeldzame kleurafwijkingen in de natuur
Sinds 2014 gaat er wereldwijd meer aandacht naar mensen met albinisme, want vanaf dan houden we jaarlijks op 13 juni Wereld Albinodag (International Albinism Awareness Day). Deze dag is er gekomen na de wereldwijde discriminatie en stigmatisering waar nog steeds heel wat mensen met te kampen krijgen. Ook in het dierenrijk zien we deze genetische afwijking terugkomen. Sommige dieren zijn van nature wit, andere verbleken tijdens de koude winterperiode en dan zijn er ook nog leucino's en albino's. Het zijn verbluffende en zeldzame dieren in de natuur!
Albinisme: leven zonder pigment
Albinisme is een aangeboren afwijking die gekenmerkt wordt door een sneeuwwitte vacht, een roze huidskleur en rode ogen. De aandoening zorgt voor een verlies van pigmentatie waarbij de productie van melanine, het pigment dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van huid, vacht en oogkleur, gedeeltelijk of volledig wordt tegengehouden. Het pigment melanine wordt geproduceerd onder invloed van zonlicht zodat de huid beschermd is tegen schadelijke uv-stralen. Dit zorgt ervoor dat Albino's zeer gevoelig zijn aan fel zonlicht. Daar elk dier melanine aanmaakt, kan het bij alle diersoorten voorkomen.
Ondanks hun uniek maar zeldzaam voorkomen, zorgt dit uiterlijk voor heel wat overlevingsproblemen in het wild. De witte vacht geeft albino's geen camouflage meer, waardoor ze een opvallend doelwit worden voor roofdieren en stropers. Daarnaast kunnen ze door hun uitzonderlijk voorkomen worden afgestoten door familie en soortgenoten. Albino dieren hebben de grootste overlevingskansen in gevangenschap.
Daar tegenover hebben we ook dieren met een teveel aan melanine, waardoor de huid helemaal zwart kleurt. Deze afwijking, melanisme genaamd, is veel minder nadelig en kan voor sommige dieren zelfs in hun voordeel spelen. Deze grotere overlevingskans kan ervoor zorgen dat een volledige populatie melanistisch wordt. Denk maar aan de zwarte panter die oorpronkelijk afstamt van het luipaard.
Leucisme: gespikkelde fauna
Bij leucisme treedt er een gedeeltelijke kleurafwijking op in de huid, vacht of schubben. Dit resulteert in een aantal wit gekleurde veren of huidsdelen. Bij deze aandoening wordt niet enkel het pigment melanine tegengehouden, maar alle types huidpigmenten. Het verschil met albinisme is dat leucistische dieren hun normale oogkleur behouden en minder gevoelig zijn voor zonlicht. De overlevingskans van leucino's is dan ook groter dan bij albino's. Opvallend is dat leucisme vaker voorkomt bij oudere vogels in steden dan bossen. De oorzaak hiervan kan liggen aan de schade door vrije zuurstofradicalen die toeneemt bij het ouder worden. Dit zorgt ervoor dat melanine wordt afgebroken.
Winterse verkleuring
Sommige diersoorten ruilen 's winters hun kleurrijke vacht in voor een wintervacht, waarbij de oude haren uitvallen en er nieuwe dikke witte haren tevoorschijn komen. Dit doen ze om tijdens de koude wintermaanden te kunnen overleven. Dankzij hun witte pels vallen ze minder op in het sneeuwlandschap waardoor roofvogels, vossen en andere roofdieren ze niet kunnen zien. Een bekende soort die 's winters van kleur verandert is de hermelijn. Door de jaren heen is dit fenomeen stilaan veranderd omwille van de klimaatsopwarming. Het aantal dagen sneeuw per jaar is sterk gedaald waardoor de hermelijn zich niet meer hoeft te camoufleren. Opvallend hierbij is dat de vacht grotendeels bruin blijft en op sommige plaatsen wit kleurt.