Cactussen en vetplanten correct verzorgen
Enkel licht, lucht en liefde? Cactussen en vetplanten behoren tot de meest onderhoudsvriendelijke kamerplanten ter wereld. Omdat het metabolisme van deze droogte-artiesten extreem traag is, kan het vaak weken of maanden duren vooraleer je beseft dat er iets niet pluis is. In dit artikel ontdek je hoe je vroegtijdig kan opmerken wanneer er iets mis is met je groene kamergenoten. Je leest hier basisinformatie over de standplaats en het aantal gietbeurten maar ook waardevolle tips over het verpotten en bemesten van je cactussen en vetplanten.
Alle cactussen zijn vetplanten, maar niet alle vetplanten zijn cactussen
Cactussen en vetplanten: ze worden vaak samen genoemd en ergens lijken ze ook wel op elkaar. In feite behoren cactussen en vetplanten tot hetzelfde geslacht en zijn cactussen gewoon de bekendste plantenfamilie onder de vetplanten. Strikt genomen kan je zeggen: alle cactussen zijn vetplanten, maar niet alle vetplanten zijn cactussen. De twee plantenfamilies slaan allebei vocht op in hun weefsels. De meeste cactussen en vetplanten hebben ook een dikke laag was op de buitenhuid. Die beschermt hen tegen verdamping en brandwonden. Alleen cactussen hebben aureolen, zachte kussentjes op de buitenhuid van de plant waaruit de stekels groeien.
Cactussen en vetplanten: 4 onderhoudstips
Standplaats
Omdat ze uit hete streken komen, zijn cactussen en vetplanten het erover eens: een plek om je goed te voelen moet veel lichtinval hebben en droog zijn. Warme lucht van de verwarming is dus geen probleem maar een plaatsje in een vochtige badkamer is echt geen goed idee. Als het om zonlicht gaat, zijn er grote verschillen tussen cactussen en vetplanten: hoewel de meeste vetplanten dol zijn op een plekje aan een zonnig raam op de zuidkant, geldt dit cliché niet voor de die-hard-woestijnbewoners. Cactussen tolereren namelijk geen brandende middagzon. Gelukkig is er een simpele regel die je kan gebruiken om de perfecte locatie voor je cactussen kan vinden: hoe lichter de groene kleur van de cactus, hoe beter hij bestand is tegen hitte en zonlicht. De donkergroene exemplaren voelen zich dan weer bijzonder comfortabel nabij oost- of westgeoriënteerde ramen. Maar ook hier bevestigen uitzonderingen de regel, dus let goed op de informatie op het etiket bij de aankoop van een nieuwe cactus of vetplant.
Begieten
Als er één ding is dat cactussen en vetplanten gemeen hebben, dan is het ongetwijfeld hun vermogen om water vast te houden. Daarom hoef je deze kamerplanten maar zeer zelden water te geven. De specifieke waterbehoefte hangt af van de kamertemperatuur en de ontwikkelingsfase van je kamerplant. Omdat het substraat van cactussen en vetplanten bijzonder doorlatend is, zal op hete zomerdagen een deel van het gietwater verdampen voordat de plant het zelf kan opnemen. Ook bevinden vele van de zonnekloppers zich in de zomer in het midden van een groeifase - de vorming van bladeren en bloemen kost de planten heel veel energie waardoor de behoefte aan water toeneemt. Het ganse jaar door dezelfde hoeveelheid water geven, is dus geen oplossing. Hoewel je in de winter vaak maar één keer per maand water moet geven, kan het tijdens de zomermaanden nodig zijn om wekelijks water te geven.
Geef je cactussen en vetplanten pas water wanneer de grond volledig opgedroogd is. Als je je plant niet goed kent, is er een simpele truc om erachter te komen of ze water nodig hebben: stop gewoon een houten stokje in de pot en trek die er terug uit om de vochtigheid te controleren. Als er nog genoeg water in de potgrond zit, zal het hout dat water opnemen.
De meest voorkomende doodsoorzaak bij cactussen en vetplanten is stilstaand water op de bodem van de pot. De wortels van deze woestijnbewoners kunnen dat niet aan: ze beginnen dan te rotten en kunnen zichzelf niet meer van water voorzien. Giet daarom altijd overtollig water in de onderzetter direct weg. Gebruik bij voorkeur kalkvrij water, vb. regenwater of gefilterd leidingwater.
Verpotten
Slechts enkele cactussen en vetplanten groeien heel snel. Om op lange termijn gezond te blijven, zijn hun wortels echter absoluut afhankelijk van het substraat waarin ze worden aangeplant. Een aangepaste specifieke cactuspotgrond moet los en luchtig zijn, maar dat blijft niet eeuwig zo. Wanneer de potgrond na enkele jaren vergruizelt, wordt correct water geven een echte uitdaging. Om te voorkomen dat er gemakkelijk water onderin de pot blijft staan, kan je je planten best om de 3 tot 4 jaar verpotten in een portie verse potgrond.
Er zijn weinig plantensoorten waarbij de keuze van een verkeerde potgrond een grote impact kan hebben op de gezondheid van de planten als bij cactussen en vetplanten. Een normale potgrond wordt gemaakt om het gietwater op te slaan waardoor de wortels van deze woestijnplanten zouden gaan rotten. Een aangepaste potgrond voor cactussen en vetplanten bevat een optimaal uitgebalanceerde verhouding van aarde en kwartszand zodat zich geen water kan opstapelen. Dergelijke substraten behouden lang hun stabiele structuur en bevatten een meststof die perfect is afgestemd op de behoeften van de planten.
In de eerste stap kan je meteen een belangrijke basis leggen voor de gezondheid van je cactussen en vetplanten: zorg ervoor dat de drainagegaten onderaan in de pot niet kunnen verstoppen. Dit kan je doen door een paar grovere potscherven of steentjes op de bodem van de pot te leggen vooraleer je die opvult met potgrond.
Bemesten
Ook al zijn cactussen en vetplanten extreem zuinige kamergenoten, ooit raakt de voorraad voedingsstoffen in de schaarse potgrond in de pot opgebruikt. Een tekort aan voedingsstoffen is vooral lastig bij langzaam groeiende planten. Eenmaal het zichtbaar is van buitenaf, is het vaak al te laat om de plant nog te kunnen helpen.
Voor het toedienen van de juiste hoeveelheid voedingsstoffen bij een langzame groei en lage waterbehoefte vraagt een zeker instinct: in de zomermaanden, wanneer de planten groeien, kan je om de 3 tot 4 weken een milde cactusmeststof aan het gietwater toevoegen. Volg hierbij nauwkeurig de doseringsaanbevelingen op de verpakking. Een te hoge concentratie voedingsstoffen kan je plant namelijk beschadigen.
Tijdens de rustfase, in de winter, hebben de meeste cactussen en vetplanten meestal in het algemeen geen meststof nodig. Extreem langzaam groeiende exemplaren mogen uit voorzorg slechts om de 2 tot 3 maanden worden bemest.