Springstaartjes en rouwvliegen bij kamerplanten
Kamerplanten zijn decoratief en essentieel als je een ruimte gezellig wilt aankleden maar ze geven ons nu en dan toch ook wel de nodige kopzorgen. Niet alleen verzwakte planten maar ook gezonde kamerplanten kunnen belaagd worden door kleine beestjes. Veel narigheden kan je voorkomen door de plant op de juiste plaats te zetten en ze goed te verzorgen maar alle problemen vermijden is haast onmogelijk als je veel groene vrienden hebt.
Controleer regelmatig jouw planten om te voorkomen dat diertjes die er in eerste instantie onschuldig uitzien, een echte plaag worden. Kijk goed naar de onderzijde van het blad en check ook de potgrond. Ongedierte houdt zich meestal schuil in natte grond want dat is voor hen de ideale kweekbodem.
Rouwvliegen of varenrouwmuggen (Sciara analis)
Ze lijken op kleine vliegjes maar ze zijn wel degelijk familie van de mug. Deze diertjes kunnen zeer vervelend zijn en grote schade aanbrengen aan kamerplanten. De volwassen muggen doen op zich weinig kwaad maar hun larven daarentegen wel. Zij zijn de boosdoeners. Eén mug kan tot 200 eitjes leggen en dat doen ze het liefst in vochtige, voedingsrijke potgrond in ruimtes waar het lekker warm is. Binnen de paar dagen komen de eerste larven uit de eitjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden met de wortels van de plant. Ze zijn glasachtig wit van kleur met een zwarte kop en hebben geen poten. Drie tot vijf weken later verpopt de larve zich en drie tot vier dagen later vliegt de volwassen mug uit en kan de cyclus herbeginnen. Het gaat dus snel en een paar rouwmuggen worden al gauw een ware plaag.
Kamerplanten hebben er vaak last van maar ook kuipplanten die voor de winter zijn binnen genomen, kunnen er mee te kampen hebben. In tuinkassen en binnenruimtes kunnen ze het hele jaar voorkomen en zich voortplanten. Zie je kleine mugjes rondvliegen als je de planten water geeft, dan kan je bijna zeker zijn dat het om rouwmuggen gaat. Door de vraatschade zullen de planten verzwakken en worden ze gevoelig aan schimmels. Omdat de wortels van de plant worden aangetast, kan de plant minder voedingsstoffen opnemen. Als je niet ingrijpt zal de plant uiteindelijk verwelken en afsterven. Ook gezonde planten in de nabije omgeving kunnen aangetast worden door het overdragen van schimmels door de muggen.
Rouwmuggen worden soms binnen gebracht door kruidenplantjes die we kopen in de winkel. De grond van deze potjes is doorgaans goed vochtig en dus de ideale kweekbodem. Ze kunnen ook in zakken potgrond zitten of in een nieuwe kamerplanten die je in huis brengt. Als je de rouwvliegen tijdig bestrijdt, zullen de meeste planten het overleven.
Hoe raak je op een natuurlijke manier van deze plaaginsecten af zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen?
- Om te zien als je effectief last hebt van deze vliegjes kan je vangplaten in de plant hangen. Het is een gifvrije en reukloze manier om de insecten op te sporen.
- Isoleer besmette planten zodat ze de andere niet kunnen aantasten.
- Laat de potgrond zoveel mogelijk uitdrogen maar denk natuurlijk aan het welzijn van de plant. Bepaalde soorten hebben meer nood aan water dan andere.
- Giet het water bij voorkeur in een onderschotel en niet rechtstreeks aan de voet van de plant zodat de aarde droog blijft.
- Laat geen water in de pot staan. Giet het overtollige water weg als de plant verzadigd is.
- Kijk zakken potgrond na op de aanwezigheid van insecten. Koop je nieuwe planten, check dan goed de potgrond om te zien als er geen mugjes op de aarde zitten of wegvliegen bij het aanraken van de plant.
- Je kan de bodem bedekken met een laagje zand zodat je de vochtige potgrond afdekt.
- De beste manier om rouwmuggen te bestrijden is met aaltjes of nematoden. Dat zijn kleine parasitaire wormpjes die onschadelijk zijn voor de planten. Deze minuscule organismen dringen de larven binnen en vreten ze van binnen uit aan. De larve sterft en binnenin ontwikkelt zich een volgende generatie aaltjes. Om aaltjes toe te passen moet de bodem minstens twee weken goed vochtig gehouden worden. Een duurzame oplossing maar de plant moet goed tegen vocht kunnen.
- Heb je rouwvliegen in het substraat van orchideeën dan zullen aaltjes geen oplossing zijn. Aaltjes moeten zich namelijk kunnen voortbewegen in potgrond wat bij een substraat niet mogelijk is. In dat geval gebruik je beter bodemroofmijten. Ook bij een zware aantasting van kamerplanten kan je bodemroofmijten gebruiken in combinatie met aaltjes.
Springstaartjes (Collombola)
Misschien heb je er nog nooit van gehoord of heb je ze nog niet meteen van dichtbij bekeken. Springstaarten zijn minuscule, primitieve diertjes. Het zijn geen insecten maar worden als een aparte groep beschouwd waarvan zo'n 8700 soorten beschreven zijn. Springstaartjes zijn amper een paar millimeter groot en de meesten zijn niet groter dan 6 mm. Ze vallen dus nauwelijks op. Om ze te determineren moet je ze van heel dichtbij kunnen bekijken en onder de loep zien ze er best wel schattig uit! Het zijn eigenlijk kleine wondertjes.
Ze hebben een kop met monddelen, een buisvormig orgaan en een gevorkte staart waarmee ze kunnen wegspringen als er gevaar dreigt. Hun sprongen lijken wel een beetje op die van een vlo maar verder hebben ze er geen gelijkenis mee. Ze komen massaal in de tuin voor maar je vindt ze ook op kamerplanten. Ze leven in de bovenste laag van de aarde en houden van een vochtige bodem. Je ziet ze dus meestal niet op de plant zelf zitten maar ze vertoeven in lagere oorden. Daar nuttigen ze organisch afval, schimmels en algen en helpen ze mee dode plantenresten en afgevallen bladeren op te ruimen. Springstaartjes hebben dus een zeer waardevolle functie en moeten eerder als nuttig beschouwd worden. Voor ons en onze huisdieren zijn ze trouwens compleet onschadelijk. Ze kunnen hoogstens op ons humeur werken. Enkel in het geval dat ze met heel veel zijn en hun organisch afval verbruikt is, kunnen ze een probleem voor de plant vormen. Dan kunnen ze wel schade gaan aanrichten en de wortels van de kamerplant aantasten. In dat geval kan je maar beter ingrijpen.
Voor springstaartjes bestaan er geen chemische bestrijdingsmiddelen, enkel wat middeltjes om de problemen te beperken.
- Springstaartjes gedijen het best bij een hoge luchtvochtigheid. Laat de potgrond tussen twee gietbeurten in droger worden op voorwaarde dat de plant hier tegen kan natuurlijk. Hierdoor maak je de leefomgeving voor hen minder aantrekkelijk.
- Giet het water bij voorkeur in een onderschotel en niet rechtstreeks aan de voet van de plant zodat de aarde droog blijft.
- Je kan de potgrond vervangen maar de kans dat er nog diertjes achter blijven is groot. Schud dus zoveel mogelijk aarde van de wortels af. Afspoelen raden we niet aan omdat dit een te grote impact heeft op de plant zelf.
- Zorg voor een zuivere bodem en verwijder dode plantenresten.
- Raak je er niet vanaf dan kan je ze biologisch bestrijden met bodemroofmijten.