Woekerplanten. Hoe houd je ze binnen de perken?
Een woekerplant in de tuin is de ergste nachtmerrie voor een tuinier, of het nu bamboe is, Japanse duizendknoop, meiklokjes of sommige Solidago. Hoe geraak je er in godsnaam van verlost?
Van waar woekerplanten plots komen, is niet altijd duidelijk. Sommige wippen gewoon van de natuur jouw tuin in, zoals akkerwinde of zevenblad; andere, zoals bamboe, kruipen van de tuin van de buurman jouw gazon binnen. Andere tuinplanten zaaien zich veel te enthousiast uit, zoals bepaalde asters (Aster lanceolatus en Aster x salignus) en guldenroedes (Solidago canadensis en Solidago gigantea. Of ze zijn op een bepaalde plek invasief zoals Mahonia aquifolium (op zand) of de fluweelboom (op zure grond). Aardperen worden invasief op een zonnige, voedzame oever; vlinderstruiken kunnen op droge, kalkrijke plekken woekeren.
Mooi maar meedogenloos
Woekerplanten die zich via zaad verspreiden, zijn het makkelijkst in toom te houden. Als je de bloemen afknipt voor ze zaad vormen, is er geen verspreiding mogelijk. De wortelwoekeraars, zoals sommige bamboesoorten, munt, meiklokjes, zevenblad en winde zijn een ander paar mouwen. Die vertakken zich snel via een groots ondergronds wortelnetwerk. Eens je ze in je tuin hebt, is het alle hens aan dek. En een kwestie van veel geduld.
1. Graaf ze uit
Zit de woekeraar tussen je andere sierplanten, haal dan alles met een spitvork (geen spade!) uit, en haal er de wortels van tussen. Haal elk minuscuul deeltje weg; zelfs het kleinste eindje wortel, is een nieuwe woekerplant in spe. Gooi de wortels in de GFT-bak, of voer ze af naar het containerpark.
2. Maai, maai, maai
Als de woekerplant op een plek staat waar je er makkelijk aankunt, zonder andere planten te beschadigen, maai ze dan systematisch heel kort. Als planten geen bladeren kunnen vormen, kwijnen ze weg.
3. Stip ze aan
Als je niet biologisch tuiniert, kun je de woekerplant in de border lokaal aanstippen met een systemische onkruidverdelger. De plant voert het product doorheen haar wortelgestel, en sterft af. Soms is een tweede behandeling nodig.
4. Trek ze uit
Trek elk nieuw sprietje dat je weer ziet verschijnen, uit, dat verzwakt het ondergronds wortelgestel aanzienlijk.
5. Laat ze nooit in zaad komen
Ook wortelonkruiden niet. Zevenblad zaait zich bijvoorbeeld ook uit.
6. Dijk de wortels en uitlopers in
Heb je een woekeraar op één bepaalde plek, en krijg je hem daar niet meer weg, dijk het probleem dan in. Graaf een rizoombeschermer in de grond, liefst 50 cm diep, en laat hem 5 cm boven de grond uitsteken.
7. Bedek de grond
Bedek het ‘besmette’ stuk met worteldoek. Zonder licht, kunnen planten niet groeien, en sterven ze af. Laat het zeker een jaar liggen.
8. Zet er een andere plant naast
Geranium marcorrhizum, schoenlappersplant (Bergenia) en smeerwortel vormen al snel in de lente veel blad, waarmee ze in een mum van tijd de plek bedekken en de opkomende woekeraar (deels) verdrukken.
9. Eet ze op
Zevenblad, brandnetels, vogelmuur en kleefkruid: als ze zich bij jou als woekerplanten gedragen, knip je ze gewoon regelmatig af, voor in de keuken. Van heermoes en brandnetel trek je ook heel mineraalrijke thee voor je planten. Hoe meer woekerplanten worden uitgeput, hoe sneller ze definitief ten onder gaan.
10. Snoei er op los
Bruidssluier groeit probleemloos een paar meter per jaar; voor je het weet is je huis bedolven. Regelmatig en drastisch snoeien, is de boodschap. Houd ook klimop in het oog!
11. In quarantaine
Wees kritisch als je een plant krijgt. Zet ze eerst een jaar in quarantaine, in een pot, of in een duidelijk afgebakend veldje, en plant ze dan pas op z’n definitieve plek.