Latijnse naam | Fuchsia paniculata |
Plantennaam | Pluimfuchsia |
Familie | Onagraceae |
Soort gewas | Kamerplanten , Sierheesters - Struiken |
Groeihoogte max. | 2 - 4 m |
Bloeikleur | Roze |
Bloeimaand | Juni, Juli, Augustus, September |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Matig winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem |
PH bodem | Zuurminnend, Neutraal |
Speciale kenmerken | Opvallende vruchten, Kuipplanten |
Fuchsia paniculata uit Centraal-Amerika, is een zeer rijkbloeiende struik , breed opgaand met glanzend groen langwerpige bladeren en rode stengels. Het is een botanische soort en lijkt helemaal niet op de Fuchsia die we normaal kennen.
De bloei is een tros van rozerode knoppen die paarsroze open bloeien.
Na de bloei verschijnen eetbare blauwe druifachtige vruchten, deze hebben weinig smaak.
Verlangt een beschutte plek uit de wind en een normaal tot licht vochtige, doorlaatbare grond.
Verdraagt goed de zon maar best geen middagzon.
Ze kunnen maar enkele graden onder nul verdragen (-5°C) en moeten dus binnen overwinteren in een koele vorstvrije kas bij 4 tot 7°C.
Zodra al het blad afgevallen is minder begieten, gewoon de grond lichtjes vochtig houden.
In februari de plant terugsnoeien.
Verpotten in grond met turfmolm, bladgrond en bemesten.
Men kan de plant ook in de huiskamer overhouden en normaal begieten.
Vanaf half mei, na de vorst kan de plant weer naar buiten.