Latijnse naam | Prunus domestica |
Plantennaam | Pruimelaar |
Familie | Rosaceae |
Soort gewas | Loofbomen |
Tuinfunctie | Fruit |
Bloeikleur | Roze |
Bloeimaand | April, Mei |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Bijen aantrekken, Opvallende vruchten, Fruit |
Koop deze plant in de webshop
vanaf € 27,50 / stuk
Altesse Simple, Anna Späth, Avalon, Belle de Thuin, Bleue de Belgique, Early Laxton, Elena, Kaapse Pruim, Mirabelle de Metz, Opal, Prune de Prince, Queen Victoria, Reine Claude, Ruth Gerstetter, Sainte Catherine, Sint Katrien, Valor, Violetta, Wignon,...
Prunus ---> - Behoort tot de Rosaceae met als onderfamilie de steenvruchten. De pruimelaar is een nauwe verwant van onze abrikoos.
De pruimensoorten zijn vooral afkomstig vanuit de streken Azië en Japan, China en Zuidelijk Rusland.
Indeling van de soorten: Gewone pruimen, Japanse pruimen, mirabellen, suikerpruimen (Reine Claudes), kerspruim of de myrobalaan, kwetspruimen.
Pruimen zijn eenhuizige vroege bloeiers die worden bestoven door insecten. Een andere pruimelaar die in de buurt is aangeplant, zorgt steeds voor een betere vruchtzetting. Let op gelijktijdige bestuivingen bij aanplanting, dat je de juiste soorten bijeen zet. Warme droge dagen leiden tot goede bevruchting t.o.v. vochtige en vriestemperaturen.
Wijze van aanplanting:
Laagstam, halfstam, hoogstam.
Onderstam:
Laagstam variëteiten en halfstam worden veredeld op Saint Juliën A.
De hoogstam variëteiten worden dan weer geënt op de soort Brompton.
Standplaats:
Verdragen goed de zon tot halfschaduw. Goed gedraineerde gronden zijn aan te raden met een neutrale pH-waarde. Licht alkalisch kan nog. Te hoge pH waarden leiden vaak tot gebreken in de bodem zoals, mangaan- en ijzergebrek.
De aanplanting gebeurd best omstreeks november tot maart. Novemberaanplantingen geven een betere slaagkans tot hergroei.
Afstanden:
Laagstammen: tot 4 meter tussenafstand.
Halfstammen: tot 6 meter tussenafstand.
Hoogstammen: tot 10 meter tussenafstand.
Opbouw van de boom:
Deze boom wordt doorgaans op 4 gesteltakken geplaatst, daar deze meestal niet zo'n enorme afmetingen kent. Ze moeten dan wel rondom de stam verdeeld staan.(Niet vanuit 1 punt op de stam gezien). --> Leidt onherroepelijk tot inscheuren bij vruchtvorming !
In het begin zetten we de steile loten uit tot we een bredere "kruin" verkrijgen. Hierdoor word licht en lucht in de kruin gelaten, wat later van groot belang zal zijn voor de vruchten. Zwakkere twijgen worden afgebogen, indien ze nog niet vlak moesten staan.
Harttak of stam wordt bij steenfruit tot op een kwart teruggesnoeid.
Door de strenge terugsnoei zullen de buitenwaartse knoppen krachtiger gaan groeien. (De twijgen bereiken dan bij correcte snoei gemakkelijk een lengte van 1 à 2 meter).
Let op concurrerende takken vlak naast de harttak, deze worden onherroepelijk teruggesnoeid tot op 10 cm hoogte en wordt vervolgens aan de normale harttak opgebonden.
Snoeien:
Pruimelaars kunnen 1 tot 2 keer per jaar teruggesnoeid worden, al naargelang de bedoeling. De beste periode hiervoor is vanaf vanaf april tot eind september. Let op: snoeien in de winterperioden kan leiden tot afsterven!
Bij het snoeien laten we vooral een lichte stomp staan ook wel eens een gerichte voet genoemd.
We snoeien vooral de waterloten, afgebroken takken, dode takken, naar binnen groeiende takken, opslag en steile takken weg.
We verkorten vervolgens het te laag onder hangend vruchthout.
Probeer steeds zoveel mogelijk met ontsmet gereedschap te werken, alsook met een goed aangezet mes, of zaag, of snoeischaar. Dit om de wonden zo klein mogelijk te houden. Het inscheuren van de bast is anders onvermijdelijk en kan zo zorgen voor de nodige ziekten of schimmels. Wond afdekmiddel zoals koude of warme entwas is dan van levensbelang. Vooral Reine Victoria is hier gevoelig voor. (Loodglansziekte).
De zomer laat toe om te snoeien:
Hier letten we vooral op sterk groeiende rugscheuten die niet verhout zijn, deze snoeien we volledig weg. Evenals wortelopslag moet zo laag mogelijk weggenomen worden. Opletten voor wortelbeschadigingen, deze leiden anders tot nog meer grondscheuten.
Verwaarloosde bomen kunnen teruggesnoeid worden, met een nieuwe opbouw van jaren.
Waar we moeten op letten is het terugsnoeien van overjarig vruchthout, dit mag nooit allemaal tegelijk gebeuren, daar anders de stam kaal gaat worden. Kale takken leiden tot overgevoeligheid van sterke zonnestralen!
Een gewone belichtingssnoei zorgt alleszins voor sterkere nieuwe scheuten, vooral op de ruggen van de overblijvende takken.
Bemesting:
Organische meststoffen kunnen in het voorjaar gegeven worden, om mooie loten en vruchten te ontwikkelen. Een gezonde scheutlengte van 20 cm is normaal per jaar.
Wanneer geen regelmatige bemesting wordt toegepast, verkrijgen we een zwakkere groei met kleinere vruchten tot gevolg.
Mulchen kan, maar dan moet men steeds genoeg ruimte en afstand houden van de onderstam.
Oogst:
Let erop de vruchten met steel eraan te plukken, anders gaan ze veel sneller indrogen en schimmelen.
Pluk enkel de rijpe vruchten, onrijpe pruimen zullen rotten.
Let op dat je geen blad of stukjes tak mee afplukt, daar deze de vruchtzakjes bevatten voor nakomelingen.
Indien er teveel onrijpe pruimen geplukt zouden zijn, kan men er nog altijd jam van maken.
Ruim steeds de rotte en afgevallen pruimen op, deze zorgen alleen maar voor schimmels en insecten,...
Ziekten:
hongerpruimeziekte
Monilia
Pruimenzaagwesp (vooral bij de rijpe exemplaren).
Pruimenmade.
Bladluis en dopluis.
Bladgalmijt.
Pruimenmot.
Houtkevers.
Rupsen.
Hongerpruimeziekte.
Loodglansschimmel.
Bacteriekankers.
Hagelschotziekte.
Moniliaschimmel ook wel eens vruchtrot genoemd.
Roetschimmel.
Bladvlekkenziekte.
Heksenbezemziekte.
Spint.
Wortelnematoden.
RGF: Résources Génétiques Fruitiéres ofwel tamelijk weerstandbiedende rassen tegen schimmelinfecties.
---> - Deze aanduiding kan belangrijk zijn in je aanplant!
Auteur: Maurice Claes