Latijnse naam | Phlox paniculata 'Wilhelm Kesselring' |
Plantennaam | Vlambloem, floks |
Familie | Polemoniaceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Groeihoogte max. | 50 - 70 cm |
Bloeikleur | Paars |
Bloeimaand | Juli, Augustus, September |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Bijen aantrekken, In groep planten |
Phlox paniculata 'Wilhelm Kesselring' bloeit lilapaars met wit in het centrum.
Vlambloemen verlangen een goed doorlatende grond, vochtig en vruchtbaar, geef ze daarom jaarlijks mest, zo verkrijg je ook dikkere bloemen.
Ook als men de zwakkere stengels uitknijpt in het voorjaar kan men grotere bloemen verwachten.
Op kalkrijke kleigrond doen ze het minder goed, daarom is het beter om dan tuinturf, compost of zand door de grond te mengen.
In het najaar of het voorjaar de stengels tot de grond afknippen. De naam paniculata wordt gegeven aan de planten met een pluimvormige bloem.
Een veel voorkomende ziekte zijn de aaltjes, de enige remedie is dan de planten rooien en zeker niet op de composthoop smijten maar verbranden, in de vuilbak gooien of naar het containerpark brengen.
Tenminste 2 seizoenen wachten om weer op dezelfde plek Phloxen te planten.
Ander probleem is meeldauw, alhoewel vochtige grond en wind tussen de planten dit al veel kan verhelpen.