Vorige Volgende
Latijnse naam | Cedrus atlantica ‘Glauca’ |
Plantennaam | Blauwe Atlasceder |
Familie | Pinaceae |
Soort gewas | Naaldbomen - Coniferen |
Groeihoogte max. | Hoger dan 10 m |
Bladkleur | Blauwgroen |
Wintergroen | Bladhoudend |
Winterhardheid | Goed winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem |
PH bodem | Zuurminnend, Neutraal |
Speciale kenmerken | Aromatisch |
Cedrus atlantica komt oorspronkelijk uit het Atlasgebergte.
Vormt een brede kegelvormige kroon dat bij oudere bomen meer afgeplat is.
Het zijn traag groeiende bomen die erg breed kunnen worden.
Voor onze streken mag men rekenen op 12m hoogte en 8m breedte, na 20/30jaar.
Takken groeien meer horizontaal/opgaand.
De groene naalden staan in kleine rozetten die om de 3 à 4 jaar afvallen.
Later op het seizoen verschijnen de eironde kegels.
Cedrus atlantica verlangt een doorlaatbare, normaal vochtige bodem maar verdraagt zeer goed droge of zanderige grond.
Ze zijn winterhard tot -25°C maar jonge aanplantingen zijn dat veel minder en moeten de eerste jaren bij strenge vorst beschermd worden.
Cedrus atlantica ‘Glauca’ heeft blauwere/grijzer naalden.
Ontvang gratis tuintips
Klik hier en schrijf je in op onze wekelijkse nieuwsbrief 
Heeft u een plant niet gevonden in de plantengids?
Dan kan u hier een verzoek doen om de plant toe te voegen.