Latijnse naam | Gladiolus murielae |
Plantennaam | Abessijnse gladiool |
Familie | Iridaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 50 - 70 cm |
Bloeikleur | Wit |
Bloeimaand | Augustus, September, Oktober |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Snijbloem, Geurende bloem, Kuipplanten, In groep planten, Rotsplanten |
Gladiolus murielae is een elegante bolgewas voor de nazomer en herfst. Bloeit langs een hoge soepele stengel met 8 tot 10 trechtervormige bloemen met een diameter van 5 cm, wit van kleur met een paars hart en een héérlijke sterke geur.
Plant de knollen vanaf april tot juni, plantdiepte 8-10cm., in goed doorlatende grond en op een zonnige plek, goed beschut tegen de wind. Geen meststoffen toedienen.
Zorg ervoor dat de planten tijdens de groei- en bloeiperiode geen water tekort komen.
De knol van de Abessijnse gladiool is in de winter bestand tegen lichte vorst tot -5°C., in droge grond. Zodra het loof vergeeld is, worden de knollen uit de grond gehaald en in de winter droog en vorstvrij gehouden.