Latijnse naam | Eucharis |
Plantennaam | Amazonelelie |
Familie | Amaryllidaceae of narcisfamilie |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 50 - 70 cm |
Bloeikleur | Wit |
Bloeimaand | April, Mei, Juni, Juli, Augustus, September, Oktober |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Schaduw |
Habitat | Vochtige bodem |
PH bodem | Kalkminnend, Neutraal |
Speciale kenmerken | Snijbloem, Geurende bloem, Giftig, Kuipplanten |
Eucharis is en geslacht van 16 soorten. Eucharis grandiflora en Eucharis amazonica zijn hier de meest gekweekte en bekende soorten. Ze groeien in de moerassen en vochtige bossen van Midden-Amerika en het noordwesten van Zuid-Amerika.
Andere soorten zoals Eucharis bakeriana, Eucharis candida zijn iets minder bekend en zijn van oorsprong uit Columbia. Eucharis sanderi bloeit tot laat in de herfst soms tot de winter.
De plant vormt aantrekkelijke lange, brede glanzende bladeren. Aan een lange kale stengel staat bovenaan een tros van 5 tot 8 hangende bloemen. Deze lijken erg op de narcisbloem, wit met een groengele/witte kroon. Ze geuren héérlijk zoet en kruidig.
Bloeien zeer lang door van de lente tot de late herfst met tussenpauze, afhankelijk van de soort.
Ze staan het best in een grote pot omdat ze een hekel hebben aan verplanten.
Zijn niet winterhard maar kunnen zowel ('s zomers) buiten als binnen staan op een gefilterd licht/beschaduwde plaats, waar de nachttemperatuur niet onder de 15°C daalt.
De aarde moet steeds vochtig blijven vooral tijdens de bloei. Na de bloei minder begieten maar niet laten uitdrogen. In de lente voor de bloei mag de aarde eerder aan de droge kant zijn, wanneer het blad slap gaat hangen weer begieten. Een beetje droogtestress bevordert de bloei.