De invloed van de ligging van de tuin
Hoe ligt je tuin op de zon?
Gewoon kijken hoeveel zon je tuin krijgt, geeft al een idee van de ligging. Wil je het precies weten, gebruik dan een kompas.
Ga met je rug tegen de muur van het huis staan - van daaruit kun je de ligging van de tuin aflezen.
Tuinen op het zuiden krijgen de meeste zon; op het noorden de minste.
Zonnige en schaduwplekken
De hoeveelheid zon in de tuin hangt af van de ligging en de andere factoren, zoals schaduw door gebouwen, maar overal verandert de stand van de zon en de hoeveelheid zonlicht naarmate de dag vordert. Een tuin op het zuiden krijgt de hele dag zon; een op het noorden veel minder en 's winters misschien geen.
Een zonnige tuin is zeer gewenst, maar schaduw heeft ook voordelen. Deze tuinen zijn koeler, hebben een vochtiger microklimaat en minder last van droogte. Er zijn veel mooie schaduwminnende planten die geen direct zonlicht verdragen. Maar in een zonnige tuin zullen bijvoorbeeld mediterrane planten het goed doen. Het is belangrijk te werken met wat je hebt.
Pas op vorstzakken
Er ontstaat vorst als de temperatuur onder het vriespunt daalt. Vooral in het voorjaar kan vorst dodelijk zijn in de tuin, vooral voor kwetsbare planten. Zelfs lokaal zullen sommige planten kwestbaarder zijn dan andere, vaak op plekken waar zakken bevriezende lucht ontstaan. Koude lucht is zwaar en zakt omlaag. Als die lucht niet weg kan, ontstaat er een vorstzak. Hier zal de vorst strenger zijn en langer aanhouden en het kan op zo'n plek vriezen terwijl andere delen van de tuin geen vorst krijgen. Dit gebeurt met name in valleien of laagtes, maar ook heggen en muren kunnen het effect veroorzaken of verergeren omdat ze de koude lucht vasthouden. Dun de heg uit, gebruik een trellis in plaats van een muur of laat een hek open tijdens koude nachten.
Microklimaat scheppen
Zelfs binnen een tuin kun je grote verschillen in de groeiomstandigheden zien. Een border bij een zonnige schutting zal veel warmer en droger zijn dan een in de schaduw, bijvoorbeeld onder een boom, die waarschijnlijk veel vochtiger is en een gelijkmatiger temperatuur heeft. Een laaggelegen deel zal natter blijven dan een border op een helling en sommige delen van de tuin zullen beschutter liggen dan andere.
Maak gebruik van die verschillen; zelfs in een kleine tuin kun je zo meer variatie aanbrengen in de beplanting.
Een zonnige plek kun je verbeteren met een verhoogd bed, zodat de drainage nog beter is; laaggelegen delen kun je tot moerastuin omtoveren. Een op de wind gelegen deel kun je beschutten met een deels open scherm, zoals een trellis.
Seizoensinvloed
De ligging van de tuin zorgt voor bepaalde eigenschappen. Een tuin op het noorden of een border voor een noordmuur zal 's winters weinig zon krijgen en koud en vochtig blijven. De temperaturen zullen er echter constanter zijn dan in een deel op het zuiden waar de zon overdag voor warmte zorgt en 's nachts de temperatuur sterk daalt. Planten die voortdurend in de kou staan, zullen later groeien, maar ook minder last hebben van late vorst. Hoewel het er 's winters donkerder zal zijn, biedt een tuin op het nooorden een koele plaats voor de zomer en zullen vochtminnende bosplanten hier goed gedijen. Voorjaarsbollen profiteren van de zon onder kale bomen, waar 's zomers weinig zon komt. Zonnige patio's zijn ideaal voor kwetsbare planten, maar 's zonders kan het er te heet en te droog zijn.
Bron: De kleine tuin (Phil Clayton)
Eenvoudige manieren om het hele jaar te genieten van je tuin
ISBN: 978-90-5877-530-6