Tien handige tips voor in de biotuin
In een biologische tuin heb je meer tijd om te genieten; de natuur neemt immers spontaan een deel van het werk over. Je moet er minder wieden, weinig begieten en niet langer vechten tegen slakken en bladluizen. Terwijl er ondertussen zoveel meer te beleven valt. Tien tips voor de relaxte biotuinier.
Magisch grasmaaisel
Voor de meeste tuiniers is grasmaaisel een vloek, voor de biotuinier is het een zegen. Strooi tussen je groenten en bloemen maximum 3 centimeter vers grasmaaisel, en het onkruid maakt nog amper kans, terwijl de aarde het vocht beter vasthoudt. Strooi regelmatig een nieuw laagje bij; en neen, het stinkt niet.
Stop met spitten
Tenzij je op heel zware kleigrond tuiniert, is spitten overbodig, zelfs in de moestuin. Het is in de bovenste, luchtige, humusrijke teeltlaag (circa 15 cm) dat planten het best groeien. Wrik de grond los met een woelvork of grelinette. Zware grond maak je lichter met compost, champignonmest of bodemverbeteraar.
Onder een dekentje
Regen, sneeuw en koude wind beuken in de winter op je grond in. Bescherm hem, met een winterdek. Zaai groenbemester of leg tussen je planten en in de lege moestuin een dik pak bladeren. Meng er gerust tot de helft grasmaaisel onder. In de lente vind je onder dat deken kruimelige aarde zonder één sprietje onkruid, klaar voor het nieuwe seizoen.
Iedereen welkom
We hebben het allemaal al eens meegemaakt: plots staat er een wildvreemde plant in je tuin: kaardenbol, look-zonder-look, tuinorchideeën, boompjes, wilde bloemen…. Aangewaaid met de wind, of gedropt door de vogels. Trek ze niet meteen uit; volg ze op en maak pas dan een selectie. Zaailingen van esdoorn en essen trek je wel best snel uit.
Lang leve de kip
Geen straffere tuinhulp dan een loslopende kip. Neem een ras met korte pootjes dat amper scharrelt, zoals Chabo of Cochin. Het onkruid daalt drastisch (ze zijn gek op onkruidzaden) en van slakken en rupsen heb je nog amper last. Scherm in de lente wel je moestuin af, want sla en spinazie vinden ze ook lekker.
Doe het met gas
Niets zo vervelend als onkruid op een pad of tussen de tegels van je terras. Gelukkig heb je al erg handige gasbrandertjes, waarmee je heel lokaal het onkruid wegbrandt. De wortel krijg je er niet helemaal mee kapot, maar als je regelmatig herhaalt, blijft het onkruid op termijn wel weg.
Koolmeesjes, je beste vrienden
Koolmeesjes zijn ongelooflijk sociale vogels, en je hebt er geweldig veel kijkplezier aan. Geef ’s winters voeder, hang nestkastjes op en de kans is groot dat er een koolmezenkoppel in je tuin broedt. Ze verlossen je van een pak rupsen, kevertjes en bladluizen.
Bodem is baas
Een plant die op de juiste plek staat, groeit beter, bloeit uitbundiger en wordt minder ziek. Maar ken jij de bodem van je tuin wel? Weet je hoe zuur of kalkrijk hij is? Laat je grond analyseren, en stem er je plantenkeuze op af.
Meer groenten en fruit
Hoe hard je ook je best doet, zonder bijen en hommels geen bloemen, fruit en groenten in je tuin. Zorg dat er tussen maart en november altijd wat bloeit, dat trekt ze aan. Bloemen met veel nectar en stuifmeel zijn: vlinderstruiken, sporkehout, sierdistels, lavendel, de dropplant, vrouwenmantel, koninginnenkruid... Hang nestkastjes voor solitaire bijen op.
Wees lui
Biomiddeltjes tegen slakken, rupsen op prei en ui, bladluizen, witte vlieg in de serre, engerlingen, bloedluizen op kippen, fruitvliegen, mollen… als je geen zin of tijd hebt om ze zelf te maken, dan koop je ze toch gewoon?