Zweedse kaneelbroodjes met appel
De nachten worden langer, de dagen worden koeler - we zoeken de gezelligheid binnenshuis op met een heerlijke pot koffie of chocolademelk en een lekker tussendoortje, zoals Zweedse kaneelbroodjes. Vind jij die ook zo lekker? Lees dan zeker verder! Wij tonen jou hoe je ze zelf kan maken.
Populair over de hele wereld : Zweedse kaneelbroodjes met appel
Zweedse kaneelbroodjes - ook wel kanelbullar genoemd - zijn heel populair.
Terwijl de Denen praten over kanelsnegl en de Oostenrijkers verlekkerd zijn op suikerbroodjes, worden in Noord-Amerika kaneelbroodjes gebakken. Ze zijn er in verschillende maten en vormen: dik, groot, smal, afgewerkt met chocolade, suikerglazuur, kristalsuiker, kardemom of amandelschilfers...
Ook al krijgen ze in de verschillende landen een andere naam, kaneelbroodjes hebben één ding gemeen: ze bestaan uit opgerold gistdeeg en bevatten kaneel en suiker. De broodjes zijn zelfs zo populair in Zweden, dat er een "Cinnamon Bun Day" wordt georganiseerd op 4 oktober. Het ideale tussendoortje tijdens het kille, grijze herfstseizoen!
Kaneelbroodjes met appel, poedersuiker en citroen
Voor ons recept hebben we naast de basisingrediënten voor gistdeeg en het mengsel van kaneel en suiker ook nog appels, een halve citroen en een ei nodig. In plaats van melk en boter kan je ook plantaardige alternatieven gebruiken zoals havermelk en margarine. In plaats van ei en poedersuiker kan je de kaneelbroodjes versieren met een vegan chocoladeglazuur.
Ingrediënten voor Zweedse kaneelbroodjes
Voor het deeg :
- 50 g verse gist of 2 pakjes droge gist
- 125 g boter
- 1/2 l melk
- 110 g suiker
- 1 tl zout
- 900-1000 g tarwebloem, type 405
Voor de kaneelvulling :
- boter
- kaneel naar wens
- suiker naar wens
- 2 appels
- 1/2 (bio)citroen
Tot slot :
- 1 ei
- poedersuiker
Zo ga je te werk
1. Smelt de boter in een pot op middelhoog vuur en voeg een halve liter melk toe.
2. Verkruimel de verse gist en voeg op kamertemperatuur toe aan het melkmengsel. Opgelet : de melk mag niet te heet zijn. Meng alles goed met behulp van een klopper.
3. Voeg suiker en een theelepel zout toe en roer deze onder het mengsel.
4. Giet ongeveer 900 gram tarwebloem in een grote kom, voeg het mengsel van gist en melk toe en klop alles goed op met een handmixer. Tip: voeg meer meel toe als het deeg nog te kleverig is. Het deeg mag niet meer aan de rand van de kom blijven kleven.
5. Dek de kom met een keukenhanddoek af en laat het deeg op een warme plaats gedurende 50 minuten rijzen tot het in volume verdubbeld is.
6. Schil de appels, verwijder het klokhuis, snijd de appels in kleine blokjes en doe ze in een kom. Voeg een eetlepel citroensap toe.
7. Haal het deeg uit de kom, kneed het en verdeel het in drie of vier stukken van gelijke grootte. Rol de stukjes deeg één voor één uit op een werkblad met bloem tot dunne rechthoeken. Bestrijk ze met gesmolten boter en bestrooi gelijkmatig met suiker en kaneel. Verdeel tenslotte de stukjes appel.
Zo maak je kaneelrolletjes:
1. Snijd het deeg met behulp van een pizzaroller of met een scherp mes in reepjes van ongeveer 2,5 centimeter breed en rol ze op.
2. Leg de kaneelbroodjes op een bakplaat met bakpapier. Laat opnieuw 15 minuten rijzen.
3. Bestrijk de kanelbullar met een losgeklopt ei en laat ze bakken in een voorverwarmde oven op 250°C gedurende 10 minuten tot ze goudbruin zijn. Laat afkoelen op een rooster en bestrooi ze met poedersuiker.
Smakelijk!