Latijnse naam | Passiflora |
Plantennaam | Passiebloem |
Familie | Passifloraceae |
Soort gewas | Vaste planten |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Kalkminnend, Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Klimplanten, Vlinders aantrekken, Opvallende vruchten, Kuipplanten, Opvallende bloemen |
Passiflora is een geslacht van meer dan 500 soorten. Groeien van nature in de continenten Amerika, Oceanië en Azië
Het zijn meestal vaste klimplanten met zeer opvallende exotische bloemen die telkens maar 1 dag bloeien. De bloemen zijn een juweeltje op zich met hun prachtige vormen en kleuren.
Passiflora gracilis is de enige bekende éénjarige. In landen van herkomst komt men ook bomen tegen van de Passiflora.
Ze houden van warmte en zon (geen felle middagzon) op een beschutte plaats tegen een muur of schutting, waar ze op 1 seizoen gemakkelijk 6m hoog kunnen klimmen. Spant een paar tuindraden waar ze zich met hun hechtranken zullen vasthechten.
Begiet ze regelmatig met kraantjeswater (kalk) zodat de grond niet uitdroogt maar zorg dat het teveel aan water wegloopt. Natte voeten zijn uit den boze.
Verlangen een luchtige, goed doorlaatbare grond. Ze zijn niet tot weinig winterhard.
Laat ze op een vorstvrije koele plek (15°C) overwinteren en begiet ze weinig. Ze mogen dan ook lichtjes gesnoeid worden.
In het voorjaar snoeien tot 1m hoogte boven een knop en de plant verpotten in verse potgrond.
Sommige rassen worden geteeld om de vruchten, deze zijn meestal geënt en moeten meestal bestoven worden:
Passiflora alata, ampullacea, edulis, foetida, ligularis, manicata, mixta, mollissima, platyloba, 'Purple Haze',quadrangularis, serratifolia, suberosa,zamorana.