Welke vogel bouwt welk nest?
Waar vogels ooit makkelijk een gaatje of kiertje vonden onder daken, wordt het nu steeds moeilijker om in steden een goede schuilplaats te vinden. Huizen zijn beter geïsoleerd en hagen maken plaats voor een houten schutting. Voor veel vogels is het elk jaar een zoektocht naar een veilige, beschutte nestplaats.
Heb je in het najaar nog geen nestkast in de tuin opgehangen of is er eentje aan vervanging toe, dan is het nu het moment om er één of meerdere te voorzien. We vertellen je hier hoe je de nestkast best ophangt om een grotere kans te hebben dat ze effectief wordt bewoond. En we geven ook tips over welke nestkast het best geschikt is voor welke vogel. Niet alle vogels bouwen immers hetzelfde soort nest.
Welke vogel bouwt welk nest?
Er zijn heel veel verschillende soorten vogels en elke soort bouwt zijn eigen unieke nest. Sommigen blijven liever dicht bij de grond, anderen bouwen een nest in een holte of dicht in de vegetatie. Ze moeten echter allemaal aan één belangrijke eis voldoen en dat is dat ze een veilige plek moeten vormen tegen predatoren. Een rustige plek waar de jongen kunnen opgroeien.
- Holenbroeders: tot deze groep behoren vogels die hun nest maken in boomholten, in spleten van rotsen of in daken van gebouwen. Hun nest is doorgaans opgebouwd uit zachte materialen zoals veren, mos of dierenhaar. Hieronder vallen vele soorten mezen, boomklevers, kauwen, spreeuwen en spechten die hun holte zelf uithakken in een boom.
- Halfholenbroeders: maken hun nest het liefst in een inham tussen dichte gevelbegroeiing, in struikgewas, in een boom of nis van een muur. Het is een open nest van grassen, bladeren en kleine takjes dat makkelijk toegankelijk is. Dit zijn bijvoorbeeld het roodborstje, winterkoning, grauwe vliegenvanger en de merel.
- Grondbroeders: vogelsoorten zoals de veldleeuwerik, nachtzwaluw, graspieper, kievit en roodborsttapuit nestelen op de grond. Deze soorten zijn zeer kwetsbaar en uiterst gevoelig voor verstoring. Ze geven de voorkeur aan grote weilanden en worden zelden in tuinen waargenomen.
Welke vogel verkiest welk vogelhuisje?
Het is niet zo dat als je een nestkast in de tuin hebt hangen, er om het even welke vogel zal komen in wonen of broeden. Ten eerste is de plaats waar de nestkast hangt van heel groot belang. Vogels zijn kieskeurig en willen zeker zijn dat ze een nest kunnen bouwen op een plaats waar hun jongen veilig kunnen uitvliegen. Daarnaast is het type nestkast ook belangrijk. Elke vogelsoort heeft een eigen manier om een nest te bouwen en zal gelijkaardige eisen stellen bij de keuze van een nestkast. Woon je in een bosrijk gebied dan zal je andere vogels te zien krijgen dan in de stad. Ook dat zal een rol spelen.
De grootte van de invliegopening is een belangrijke factor die bepaalt welke vogel de nestkast zal bezoeken.
- Ø 28 mm: geschikt voor kleinere vogels zoals pimpelmees en zwarte mees.
- Ø 32 mm: geschikt voor koolmees en kuifmees.
- Ø 34 mm: geschikt voor ring- en huismussen. Hang de nestkast op aan een gebouw en hoger dan 2 meter. Mussen zijn koloniebroeders en verkiezen nestkasten met meerdere compartimenten en invliegopeningen waar verschillende koppels samen een gezin kunnen stichten. Nestkasten met een invliegopening van Ø 34 mm zijn ook geschikt voor boomklever, bonte vliegenvanger en gekraagde roodstaart.
- Ø 45 mm: spreeuwen broeden doorgaans onder dakpannen maar omdat de plaatsen schaars zijn, kiezen ze ook nestkasten met een invliegopening van 45 mm.
- Ø 80 mm: geschikt voor holenduif en kauwen.
- Ø 125 mm: geschikt voor bosuil maar kan ook bezocht worden door holenduiven en kauwen.
- Halfholenbroeders zoals de merel en het roodborstje broeden van nature in holle bomen en verkiezen daarom nestkasten die half open zijn. Hang deze nestkasten op een beschutte plek omdat ze minder bescherming bieden aan de vogels dan volledig gesloten nestkasten. Voor roodborstjes mag de nestkast iets lager hangen dan 2 meter.
- Zwaluwen zijn net zoals mussen koloniebroeders en broeden liever met verschillende koppels samen. Hang meerdere nesten naast elkaar onder een dakoversteek.
Waar hang je een vogelhuisje en hoe?
Met deze tips en tricks vergroot je de kans op een bewoonde nestkast in de tuin:
- Kijk eerst welke vogels jouw tuin bezoeken en kies op basis daarvan een geschikte nestkast.
- Hang een nestkast op een rustige plaats in de tuin in de buurt van bomen of struiken waar ze snel kunnen wegduiken als er gevaar dreigt. Vogels zijn altijd op hun hoede en zullen bij veel beweging opgeschrikt worden. Kijk ook niet te snel en niet teveel in een nestkast die bewoond is.
- Hang de nestkast uit de volle zon, uit de wind, weg van de slagregen en de invliegopening bij voorkeur naar het noorden, noordoosten of oosten gericht.
- Tuinen waar katten vrij spel hebben zullen minder snel uitgekozen worden. Katten vormen een bedreiging voor jonge vogels die uitvliegen. Kies een plek waar de kat niet bij kan.
- Zorg voor een vrije invliegopening. Takken van bomen en struiken helpen de jonge vogels bij het uitvliegen maar zijn een hindernis als ze net voor de invliegopening hangen.
- Is jouw tuin in de winter een vogelparadijs en voorzie je altijd een ruim buffet met verschillende soorten vogelvoer dan is de kans groter dat ze jouw tuin in het voorjaar uitkiezen om een nest de bouwen.
- Hang meerdere nestkasten niet te dicht bij elkaar want elk koppel heeft zijn eigen territorium dat ze zullen verdedigen. Uitzonderingen zijn mussen en zwaluwen want dat zijn koloniebroeders.
- Hang de nestkast op de geschikte hoogte. Voor de meeste vogels is een hoogte van 2 meter goed. Voor grondvogels zoals een winterkoning is 1,5 meter beter.
- Voorzie nestmateriaal in de tuin zoals takjes en stro, wol, bladafval,… maar stop het nog niet in de nestkast want dat doen de vogels liever zelf. Let op met honden- en kattenhaar als je de huisdieren behandelt met een product tegen teken en vlooien. Deze haren bevatten insecticiden die dodelijk zijn voor jonge vogels. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit één van de hoofdoorzaken is van de koolmezensterfte.
- Hoe natuurlijker jouw tuin, hoe groter de kans dat ze zich er goed zullen voelen. Voorzie alle natuurlijke elementen en lok ook insecten naar de tuin want dat is een belangrijke voedselbron voor ze. Hang een insectenhotel op en plant een grote diversiteit aan bloeiende planten, struiken en hagen. En dan bij voorkeur inheemse soorten.
- Vogels gebruiken nestkasten ook als schuilplaats in de winter. Je mag ze dus laten hangen. Reinig de nestkast pas in september met heet water en een zachte borstel.
Niet alle nestkasten worden onmiddellijk bewoond. Dit hangt van heel wat factoren af en vogels moeten altijd wennen aan een nieuwe situatie. Maar met wat geduld zal het wachten zeker beloond worden! Ontdek ons volledig assortiment nestkasten in onze webshop en maak de juiste keuze voor jouw tuin.