Vlinderstruik, de plantgids
Wie houdt van veel vlinders in de tuin, denkt spontaan aan de vlinderstruik. Het zijn prachtige struiken met mooie bloemtrossen in verschillende kleuren, variërend van wit en roze tot paars en blauw. En de bloemaren zijn bovendien belangrijk voor het behoud van vlinders en andere insecten. Deze planten, ook wel Buddleja genoemd, bloeien in de zomer en zijn relatief eenvoudig te kweken. Ze kunnen zowel in volle grond als in potten worden gekweekt. De zoetgeurende bloemaren lokken vooral vlinders zoals het koolwitje, citroenvlinder, kleine en grote vos en atalanta, maar trekt ook andere insecten zoals bijen aan.
In deze tijd van groeiende belangstelling voor biodiversiteit zijn vlinderstruiken een ideale keuze voor tuiniers die willen bijdragen aan het behoud van vlinders en andere bestuivende insecten. In deze tekst geven we een aantal praktische basistips bij het planten en verzorgen van de vlinderstruik, zodat jouw tuin een waar vlinderparadijs wordt.
Herkomst
De vlinderstruik is een uitheemse plant en komt afhankelijk van de soort uit China, Zuid-Afrika, Himalaya, maar ook uit Chili, Argentinië, Peru en delen van Noord-Amerika zijn er varianten afkomstig. Hij groeit daar op stenige stranden langs rivieren, in wegbermen en struikgewas, op hellingen en in houtwallen. De meerderheid is bladverliezend, maar er zijn ook groenblijvende soorten en worden gemiddeld 3 tot 5 meter hoog.
De naam ‘Buddleja’ is afgeleid van de Engelse botanicus Adam Buddle en de bekende variant ‘davidii’ van de Franse missionaris en natuurvorser Armand David.
Plantkundige kenmerken
Vlinderstruiken hebben een opgaande vorm met overhangende takken die bij een volgroeide struik veel ruimte kunnen innemen. Met uitzondering van de Buddleja globosa, die een bolvormige bloeiwijze heeft, bloeien vlinderstruiken met lange aren in de kleuren licht- en donkerpaars, licht- en donkerrood, roomwit tot oranje en witgeel. De smalle bladeren van alle soorten zijn wollig behaard en worden tot ongeveer 10 cm lang. De bloemen zijn geurende aren of pluimen die ongeveer 8-30 cm lang zijn en bloeien vanaf begin juli tot september. Voor vlinders zijn ze een belangrijke bron aan voedsel terwijl hun rupsen houden van andere waardplanten.
Plantgids
Standplaats
De vlinderstruik is een sterke plant die weinig eisen aan de bodem stelt en goed gedijt op een warme standplaats in de volle zon om de bloei te bevorderen. Daarbij is minimaal 8u zonlicht zeker nodig. Hoewel een neutrale en voedselrijke bodem ideaal is, doet de plant het in het algemeen goed in verschillende bodems, zelfs in zoute kustbodems. Alleen een vochtige bodem kan de plant niet verdragen.
Sommige hybride soorten zijn minder goed bestand tegen koude temperaturen. Over het algemeen zijn ze wintervast, maar dit tot op een minimum van -15 °C (en liefst zelfs tot -10 °C). De bladverliezende vlinderstruik (Buddleja alternifolia) is een goede keuze voor koude gebieden, omdat de wortels beter tegen de kou kunnen dan hun soortgenoten.
Aanplanten
Ben je van plan jouw eerste vlinderstruik te planten, dan doe je dit het best onder de juiste condities. Zijn de Ijsheiligen nog niet voorbij, dan wacht je bij voorkeur nog even tot na de laatste vorst en tot de grond is opgewarmd. Laat in het voorjaar of vroeg in de zomer is een goede tijd om de aanplant te doen.
Begin met het graven van een gat dat twee tot drie keer zo breed is dan de kluit van de plant, om extra toevoegingen te doen zoals compost, meststof en kalksteenschilfers.
- Kalksteenschilfers zijn niet essentieel, maar kunnen helpen bij een lage pH-waarde als de omringende grond voor de plant te zuur is. Het kan tevens de drainage verbeteren.
- Compost verbetert de bodemstructuur en zorgt voor een vlottere drainage in zware kleigronden.
- Door meststoffen toe te voegen bij het planten, kan de plant tot ongeveer twee jaar lang verder met de aanwezige meststoffen. Door het rond de wortels aan te brengen, maak je het zeer toegankelijk voor de plant.
Een plaatsje in een pot? Dat kan ook! De pot dient enkel te worden voorzien van een goede drainage zodat overtollig water weg kan.
Verplanten
Moet de plant een nieuw plekje krijgen, dan doe je dit het best in het late najaar of begin van de winter. Dan groeien de planten niet meer zo snel en zijn ze dus beter in staat om veranderingen aan te kunnen.
Verzorgingstips
Water
Van natte voetjes wordt de vlinderstruik niet zo gelukkig, maar een goed gedraineerde tot vochtige grond is voor de plant ideaal. In het eerste jaar na aanplant is het aan te raden ze wekelijks van water te voorzien. Zeker de potplanten drogen sneller uit en moet je vaker controleren op een nog vochtige potgrond. Zodra de wortels zich goed hebben ingeworteld, kan je de frequentie verminderen. Blijf enkel tijdens langdurige droge periodes de plant voldoende bewateren door een tuinslang aan de voet van de vlinderstruik te leggen. Vermijd hierbij rechtstreeks sproeien op de bladeren voor zonnebrand.
Bemesting
Ondanks dat de plant goed gedijt op arme bodems, zorgt de toevoeging van meststof voor een uitbundige groei en hoeveelheid aan bloemen. En dit resultaat wil je absoluut bekomen als je van haar pracht wilt genieten en insecten wenst te lokken. Rozenmeststof is een verstandige keuze, omdat deze meestal een hoog potasgehalte (kalium) hebben, wat de bloei zal bevorderen. Een ander alternatief is het gebruik van bloed- en beendermeel met toevoeging van zelfgemaakte houtas. Het meel alleen zorgt voor een te hoog stikstofgehalte en met een te sterke groei tot gevolg.
Snoei
De meeste vlinderstruiken bloeien op eenjarig hout. Door uitgebloeide aren of pluimen weg te knippen, verleng je de bloeitijd van de struik omdat ze weer nieuwe bloemen ontwikkelen. In het voorjaar kan je na de vorstperiode de vlinderstruik terugsnoeien tot 50 cm boven de grond. Doe dit door de bloeistengels terug te snoeien tot 1-2 knoppen van het oude, houtiger deel van de tak. Verwijder ook dode of zwakke takken. Van zodra het warmer wordt, zullen er vanuit de bladknoppen nieuwe takken groeien die dan later in het jaar bloemen zullen dragen. Deze verjongingssnoei bevordert de conditie van de vlinderstruik en kan ieder jaar opnieuw gebeuren.
De laatste bloemaren laat je in het najaar aan de struik zodat ze de struik kan beschermen tegen de vorst. Zonder verjongingssnoei zal de struik gauw verhouten en weinig bloeien. De Buddleja alternifolia vraagt een bijzondere snoeimethode. Deze heester bloeit namelijk op tweejarig hout waarbij alle uitgebloeide takken direct moeten worden weggeknipt. Alleen enkele takken met jonge scheuten behoud je. Deze soort bloeit reeds in juni.