Zo plant je een beukenhaag

Het succes van een mooie beukenhaag hangt heel erg af van de manier waarop je ze plant. Een gelukkige beuk groeit zoveel sneller en voller uit dan een plant die zonder veel zorg in de grond is geduwd. Zo ga je te werk.

De beste periode om een groen of rode beukenhaag (Fagus sylvatica) te planten is van november tot maart. Het goedkoopst zijn planten met blote wortel. Die worden de dag zelf (of een paar dagen vooraf) op het veld gerooid; je plant ze best zo snel mogelijk. Je kunt klein starten, met planten tot 1 m hoog, maar de meeste boomkwekers bieden ook haagplanten aan van 2 m en hoger, waarmee je tuin meteen afgeschermd is. Interessant om weten: hoewel een beukenhaag niet groen blijft in de winter, blijft het verdorde blad er wel de hele winter lang aanhangen, waardoor de inkijk toch beperkt blijft.  

Vlieshoes planten - 500 x 120 cm

^€8⁵⁰

Bekijk in onze webshop

Beschermhoes extreme planten - Ø 200 x 300 cm

^€79⁹⁹

Bekijk in onze webshop

Hoe planten?

1. Voorzie maximum vier tot vijf planten per meter, afhankelijk van de grootte; vraag je kweker hierover om advies. Wil je een brede haag, plant dan een dubbele rij, en zet de beukjes geschrankt.
2. Kun je niet meteen planten, stop de wortels dan in een plastiek zak en hou de planten op een donkere, vochtige plek, uit de wind. Of kuil ze tijdelijk ergens in, bijvoorbeeld in de moestuin. Plant niet wanneer het vriest of onmiddellijk gaat vriezen.
3. Span een touw op een rechte lijn en graaf een sleuf van 2 spaden breed. Maak de sleuf zo diep als de lengte van de wortels plus 10 cm en maak de bodem met een spitvork los.
4. Sla eerst de palen; jonge planten lijn je best aan, wil je een mooie rechte haag. Voorzie elke 3 m een paal van 1,5 tot 2 m hoog, sla die minstens 30 cm in de grond, en span een ijzerdraad op 50 cm, 80 cm en eventueel ook nog op 110 cm hoogte.
5. Zien de wortels van je planten er droog uit, dompel ze dan eerst goed onder in een emmer water of ton. Dat water kun je straks hergebruiken om te begieten.
6. Strooi 10 cm compost of bodemverbeteraar op de bodem, vermeng met de losse grond in de sleuf, en zet de planten uit. Hou met een meter de plantafstand in het oog en zorg dat de planten even diep staan als op de kwekerij. Vul aan met een mengeling van tuinaarde en bodemverbeteraar (of compost) en duw zachtjes toe.
7. Geef royaal maar langzaam water, tot de bodem helemaal verzadigd is. Strooi 3 cm compost tussen de planten - dat houdt de bodem vochtig en weert het onkruid in de lente.
8. Bind de planten aan met bindbuis (holle, rekbare draad) en knip lange zijtwijgen en een stukje van de top in, voor een bossige vorm. Geef geen mest.
9. Geef het eerste jaar extra water op droge momenten. In de lente na het planten mag je een eerste keer (organisch) bijmesten.

Wat zegt de wet?

Een haag moet minstens 50 cm van de scheidingslijn met de buur staan, gerekend vanaf de voet van de planten. Je kunt de haag ook op de scheidingslijn planten, dat spaart een pak plaats, maar daar moet de buur mee instemmen. In principe betalen jullie dan elk de helft van de kosten, en onderhouden jullie de haag samen, al kun je daar onderling andere afspraken over maken. De maximale hoogte van een haag is niet bepaald, maar kan door de gemeente voorgeschreven worden; informeer je. Voor het planten van een haag heb je geen stedenbouwkundige vergunning nodig.

Foto’s: Laurence Machiels en iVerde