Kervel gewone - Anthriscus cerefolium

Kervel (Anthriscus cerefolium) heeft een anijssmaak en is populair in zowel de Belgische als Franse keuken. Dit kruid staat bekend om zijn bloedzuiverende en urineafdrijvende eigenschappen. Het ondersteunt de luchtwegen, helpt bij bronchitis en astma, en vers sap verlicht keelpijn. In de middeleeuwen werd kervel gebruikt voor leverproblemen, darmkolieken, oogontstekingen en aambeien. Het is ook rijk aan vitamine C en koolhydraten.

Kervel groeit het beste in vochtige, goed doorlaatbare, humusrijke grond op een licht beschaduwde plek. Zorg voor voldoende organische meststoffen om een rijke oogst te garanderen. Je kunt vanaf maart beginnen met buiten zaaien en doorgaan tot ver in de zomer. Zaai om de acht weken om altijd verse kervel te hebben. Zaai de lange, dunne zwarte zaden niet te dicht op elkaar om mooie planten te krijgen. Zaai in brede lijnen of in rijen met een afstand van 15 tot 20 cm. Bedek de zaden met een dun laagje aarde en houd de grond vochtig tot de zaden ontkiemen. Dit kun je doen door de grond af te dekken met geperforeerde plasticfolie of een vochtige juten doek.

Voor binnenteelt kun je kervel in bakjes of grote bloempotten met voedzame potgrond zaaien. Zorg voor goede afwatering door potscherven onderin de potten te plaatsen. Zaai vanaf oktober op dezelfde manier als buiten en zet de potten op een zonnige plek zodra de zaailingen opkomen. Verwijder de bloemen zodra ze verschijnen. Oogst de bladeren door ze 5 cm boven de grond af te snijden; dit stimuleert meerdere oogsten.