Tips om vogels te voederen in de tuin
Het is herfst, de periode waarin vogels op zoek gaan naar een goede voederplek. Als je het hele jaar door voedert, zullen de vogels jouw tuin waarschijnlijk al kennen. Maar als je nog niet bent begonnen, is dit het perfecte moment om te starten. Op die manier weten de vogels dat ze in de winter, als het echt koud wordt, op jou kunnen rekenen. Nu hebben ze ook de kans om een vetreserve op te bouwen, wat essentieel is om gezond en fit de winter in te gaan. Deze reserve helpt hen hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
In het vroege najaar, vooral op warme dagen, zijn er nog genoeg insecten en bessen te vinden. Maar naarmate de dagen korter worden, neemt het aanbod af. In de natuur wordt voedsel schaarser, dus aanvullend voer is voor vogels dan bijzonder welkom!
Welke vogels eten wat?
In elke tuin kun je vogels aantreffen, maar het aantal en de soorten zijn sterk afhankelijk van het voeder dat je aanbiedt. Vogels zijn kieskeurig, zowel qua type voedsel als de plek waar het wordt aangeboden. Sommige vogels pikken graag zaden van de grond, terwijl anderen liever een voederplank bezoeken.
Wist je dat je aan de vorm van de snavel kunt afleiden wat vogels het liefst eten? Een groene specht boort zijn lange snavel in het gazon op zoek naar mieren, terwijl de merel met zijn lange scherpe snavel regenwormen uit de grond haalt. Vinken en groenlingen hebben krachtige, korte snavels om harde zaden en pitten te kraken. Vogels met dunne snavels, zoals de bonte specht en boomklever, pikken insecten van de schors van bomen. Maar wat eten ze in het najaar?
- Lijsterachtigen (merel, kramsvogel, spreeuw, zanglijster,...) eten een mix rijk aan insecten en fruit, gedroogde bessen, gewelde rozijnen en krenten, overrijpe appels, sierappels... Ze zoeken het voedsel doorgaans op een beschutte plaats op de grond of plukken het fruit uit de bomen.
- Mezen (koolmees, pimpelmees, staartmees, kuifmees,...) lusten allerlei ongezouten vetversnaperingen zoals mezenbollen, gevulde kokosnoten en pindakaas, maar ze houden ook van zonnebloempitten en ongezouten pindanoten die ze uit een voedersilo halen of vanop de voedertafel wegpikken.
- Specht, boomklever en boomkruiper hebben een voorkeur voor ongezouten pindanoten, vetversnaperingen en zonnebloempitten. Ze pikken het voer liefst uit een boomholte of voeder dat is vastgemaakt aan een boomstam.
- Vink, putter, groenling, keep en mussen eten een gemengde zadenmix, zonnebloempitten, ongezouten pindanoten; bij voorkeur op de grond maar ook wel vanop de voedertafel of vanuit voedersilo's.
- Roodborst, heggenmus en winterkoning komen af op insectenpaté, gedroogde insecten zoals meelwormen en strooivoer, op een beschutte plek op de grond of vanop de voedertafel.
Hoe kan je best voederen?
- Voeder elke dag in kleine hoeveelheden om het voeder steeds vers te houden. Zaden en vetversnaperingen kunnen beschimmelen en ziektekiemen ontwikkelen als ze te lang buiten hangen of liggen. Is het voeder in de loop van de dag op, dan kan je altijd nog wat bijvoederen.
- Voeder bij voorkeur ’s morgens vroeg. Zodra de zon opkomt gaan vogels op zoek naar voedsel om hen op te warmen. Na een koude nacht hebben ze nood aan energierijk voedsel.
- Biedt een ruim assortiment voedsel aan want niet alle vogels eten hetzelfde. Geef geen eten waar zout in verwerkt is!
- Voorzie een voederplank, hang een pindavoedersilo op en strooi wat zaden op de grond zodat er voor elk wat wils is. Een voederplank met een dak heeft het voordeel dat het voedsel langer vers blijft. Wil je bepaalde voederplekken enkel toegankelijk maken voor kleine vogels, dan kan je gebruik maken van een beschermkooi of de voedertafel met een stukje gaas afdichten. Zorg er wel voor dat de vogels snel weg kunnen vliegen als er gevaar dreigt. Vogels zullen ook sneller de voederplek bezoeken als er struiken, bomen of een muur met klimplanten in de buurt zijn. Een natuurlijke tuin trekt meer vogels aan.
- Houd in de mate van het mogelijke katten uit de buurt van voederplekken. Ze schrikken vogels af.
- Naast voedsel hebben vogels eveneens nood aan vers water om te drinken en te baden. De aanwezigheid van kleine waterelementen zal vogels en andere dieren naar jouw tuin lokken.
- Voeder het jaar rond maar pas het voeder aan naargelang het seizoen. In de lente en zomer geef je best geen vetversnaperingen zoals pindakaas en mezenbollen. Zaden, zonnebloempitten en meelwormen geven de vogels in deze periode voldoende energie. Door het hele jaar door te voederen zal je tuin meer succes hebben.
In onze webshop vind je een ruim assortiment aan voeders, maar ook verschillende vogelhuisjes, voedersilo's en nog zoveel meer. Alles om onze gevederde vrienden te helpen!