De kolibrievlinder lokken naar je tuin
Heb je deze unieke vlinder al gespot in jouw tuin? Misschien nog niet maar niet getreurd, zo zeldzaam is de kolibrievlinder niet. Misschien ben jij zelfs al bij één van de gelukkigen die hem langs jouw bloemen zag passeren. En geef toe: hoe vaak je ze ook ziet, het blijft een plezier. Hun gedrag doet denken aan een kolibrie. Maar vergis je niet, want dat zijn ze niet. Hoe zeldzaam is de kolibrievlinder, waar leeft hij en vooral, hoe lok je hem naar jouw tuin? Met onze tips helpen we jou een handje .
Wat is de kolibrievlinder
In 2003 was de vlinder nog een zeldzame trekvlinder. Maar elk jaar zien we steeds meer waarnemingen door de zachter wordende winters. De kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) is anders dan andere vlinders. Het is een nachtvlinder die overdag actief is en in het voorjaar naar ons land trekt. Haar manier van vliegen, doet denken aan de kolibrie, waar ze ook haar naam aan dankt. Door vliegensvlug met haar vleugels te slaan, lijkt de vlinder helemaal stil te hangen voor de bloem. Tot er plots iets indrukwekkends gebeurt: haar lange tong rolt vliegensvlug af richting de nectar. De tong uitgestrekt is maar liefst 28 mm lang en dat is net zo lang als haar lijfje.
In rust ziet de nachtvlinder er even kleurrijk uit als de schors van een boom. Het is maar eens ze haar achtervleugels openslaat, je haar oranje gekleurde onderkant ziet. Het felle kleur dient als afschrikmiddel om vijanden op afstand te houden. Je herkent de kolibrievlinder ook aan haar knotsvormige antennes en de zwarte staartveren die opnieuw doen denken aan die van een vogel. Als rups herken je de vlinder aan de opvallende stekel die de rups achteraan heeft, wat hem lid maakt van de pijlstaartfamilie.
Per dag bezoekt de vlinder een 500-tal bloemen waarbij hij 70 tot 80 keer per seconde met zijn vleugels slaat. Dit kost de kolibrievlinder 100 keer meer energie dan in rust waardoor hij zoveel nectar nodig heeft. Van een bloementuin wordt de kolibrievlinder dus heel gelukkig.
Wanneer kan je hem spotten
De vlinder heeft een groot leefgebied en trekt jaarlijks van Zuid-Europa naar ons land om hier te vertoeven. Hij is vooral overdag actief, maar soms spot je ze ook in de schemering van de ochtend of avond. Omdat ze zo schuw zijn, maak je best zo weinig mogelijk lawaai of beweging om hem niet weg te jagen.
Bij ons zie je de vlinder voornamelijk tijdens warme periodes (februari tot oktober) en dan vooral in augustus en september. Op dat moment vliegen nakomelingen uit op zoek naar voedsel. Net zoals trekvogels, zoeken verschillende vlindersoorten, zoals de kolibrievlinder, verkoeling in onze gematigde zomers, waar ze zich voortplanten. Van zodra de temperaturen sterk dalen, trekken ze opnieuw naar het warme zuiden. Af en toe, wanneer de winters te warm zijn, overwinteren ze hier ook.
Lok de vlinder naar jouw tuin
Als volwassen vlinder vind je de kolibrievlinder rond jouw tuinplanten, op zoek naar nectar. Als rups zie je ze voornamelijk op walstrosoorten en meekrap waar ze hun buikje vol eten. Daarom wordt hij ook wel eens de meekrapvlinder genoemd. Na een paar weken verpopt de rups ondergronds. Dit proces duurt een tweetal weken tot hij als vlinder terug naar boven kruipt. Een uurtje zijn vleugels aansterken en weg is hij.
Bloemen die veel nectar geven, zijn de favorieten van de vlinder. Vooral de vlinderstruik (Buddleja), vlambloem (Phlox), dropplant (Agastache), valeriaan (Valeriana), zeepkruid (Saponaria), ijzerhard (Verbena), kamperfoelie (Lonicera) en lavendel (Lavandula) staan bovenaan het lijstje. Heeft de vlinder jouw nectarrijk tuintje ontdekt? Dan is de kans groot dat je hem dagelijks zal zien op zijn vaste ronde, op zoek naar nectar.