Soorten muizen en hoe ze bestrijden
Muizen gaan op zoek naar voedsel en een warme plek om zich te nestelen. Vaak is dit in de buurt van mensen waardoor ze al gauw een echte plaag kunnen vormen. Zie je sporen van muizen, onderneem dan best zo snel mogelijk actie om erger te voorkomen. Door het achterlaten van uitwerpselen en urine kunnen ze immers sterke geurhinder veroorzaken en ziekten overdragen op de mens, huisdieren en vee. Door het knagen aan kabels en allerlei materialen, die ze gebruiken om hun nest mee te bouwen, kunnen ze ernstige schade aan meubels en gebouwen veroorzaken.
Signalen voor de aanwezigheid van muizen kunnen zijn: een indringende (urine)geur, uitwerpselen, verdachte geluiden in spouwmuren en plafonds of knaagsporen. Je kan ze ook door de tuin of woning zien rennen op zoek naar voedsel.
Eens muizen een veilige plek hebben gevonden, beginnen ze met de bouw van een nest. De gezinsuitbreiding kan starten en gaat snel! Gelukkig vormen niet alle muizen een bedreiging en zijn er ook soorten die nuttig zijn. Daarom is het goed te weten met welke soort je te maken hebt want de bestrijding is ook hiervan afhankelijk.
Soorten muizen
Er zijn veel verschillende soorten muizen. Hoe je ze van elkaar kunt onderscheiden en wat hun natuurlijke habitat is, ontdek je hier.
Huismuis
De naam zegt alles, de huismuis (Mus Musculus) tref je het meest aan in de buurt van woningen. 's Winters vooral binnenshuis maar in de zomer kan je ze ook in de tuin aantreffen, zeker in de buurt van voedertafels of kippen, als er maar iets te eten valt. Het zijn behendige klimmers en kunnen zich makkelijk verplaatsen, ook naar hogere regionen. Ze dringen woningen binnen langs spleten en kieren en tasten er voedselvoorraden aan met een voorkeur voor granen en kaas maar ook zoete versnaperingen zullen ze niet laten liggen. Op die manier brengen ze nare ziekten over. De huismuis is te herkennen aan zijn slanke lichaamsbouw, spitse kop, lange oren en grote kraalogen. Hun staart is lang en vrijwel kaal, hun vacht is bruingrijs. Volwassen exemplaren zijn ongeveer 8 cm lang. Na 2 maanden zijn de vrouwtjes geslachtsrijp. Eén muis heeft gemiddeld 8 tot 10 worpen per jaar met een gemiddelde van 6 jongen. De uitbreiding kan dus bijzonder snel gaan en met een aantal vierkante meter territorium hebben ze meestal genoeg.
Bosmuis
Bosmuizen (Apodemus sylvaticus) komen algemeen voor en leven voornamelijk in bossen, parken, houtkanten, weilanden en tuinen. Hun gangenstelsels kunnen schade aanrichten in de (moes)tuin. In het najaar kunnen ze ook in garages, tuinhuizen of schuren op zoek gaan naar voedsel, als het aanbod in de vrije natuur schaars wordt. Doorgaans voeden ze zich met regenwormen, knoppen van bloemen, slakken, kevers, bessen, bladeren en paddenstoelen. In het najaar kunnen ze ook noten of zaden aantasten. Bosmuizen zijn te herkennen aan hun lange achterpoten wat hen tot perfecte (ver)springers maakt. Hun nest bouwen ze ondergronds, soms tot 1 meter diep. Ze zijn groter dan de huismuis en kunnen tot wel 10.5 cm lang worden. Ze hebben een spitse neus en grote oren, alsook grote ogen en een staart die langer is dan hun lichaam. Hun rug is geelbruin van kleur met een witte afgelijnde buik. Ze zijn 's nachts actief.
Woelmuizen
Woelmuizen graven gangen en kunnen schade aanrichten in tuinen, moestuinen en weilanden met grondverzakkingen en aangevreten wortels als gevolg. In huis zal je ze niet snel aantreffen. Ze hebben korte en behaarde poten en een relatief korte staart. Hun kop is afgestompt met kleine ogen en oren. Bij ons leven verschillende soorten waaronder de rosse woelmuis, veldmuis, aardmuis,... Ze laten zich niet snel zien maar kunnen soms opgemerkt worden aan het geluid dat ze produceren, een hoge raspende toon. Ze kunnen ook ultrasone geluiden maken, die voor ons niet hoorbaar zijn. Vraatschade aan gewassen en bomen en restanten van voedsel verraad hun aanwezigheid. Molshopen in het gras kunnen ook ontstaan zijn door woelmuizen. De ingang is vaak zichtbaar aan de zijkant. Woelmuizen zijn zowel 's nachts als overdag actief. De populatie kan jaar op jaar erg verschillen. Woelmuizen zijn een voedselbron voor roofvogels en kleine roofdieren zoals wezels.
Spitsmuizen
Spitsmuizen behoren niet tot de knaagdieren zoals muizen maar tot de orde van de insecteneters. Omdat ze ons verlossen van spinnen, wormen, slakken, vervelende insecten en hun emelten, zijn ze bijzonder nuttig. Bij ons leeft de dwergspitsmuis, bosspitsmuis, waterspitsmuis, veldspitsmuis en de huisspitsmuis. Als er een spitsmuis in de buurt van een woning wordt gesignaleerd dan is het vrijwel altijd de huisspitsmuis. Ze gaan op zoek naar insecten en scheiden dan een indringende, vervelde muskusgeur af via geurklieren. Dit kan voor ernstige geurhinder zorgen. Uiterlijk hebben ze zeker overeenkomsten met muizen maar de vorm van hun kop onderscheidt hen duidelijk van de rest. Hun kop is spits toelopend met een snuit die sterk vooruitsteekt, net als een slurf. Ze worden gemiddeld 5 tot 9 cm groot. De poten zijn kort, ogen en oren klein en vaak in hun vacht verborgen. Ze verplaatsen zich voornamelijk met behulp van hun reuk- en tastorganen. Binnen het jaar zijn ze geslachtsrijp en 2 tot 4 keer per jaar worden 4 tot 6 jongen geworpen. Ze worden voornamelijk 's nachts gezien maar kunnen ook overdag actief zijn. Ze dienen zelf als voedsel voor uilen. Veel van deze soorten zijn beschermd, daarom moeten ze uit de woning worden geweerd door het dichtmaken van kieren en spleten, in plaats van ze te bestrijden.
Muizen voorkomen en bestrijden
- Muizen die in woningen leven gebruiken spouwmuren als snelweg om hen te verplaatsen. Om te voorkomen dat ze binnen kunnen, kit je best alle gaatjes dicht en sluit je stootvoegen in de gevel af met een stootvoegrooster of bijenbekje. Kijk ook binnenshuis als er geen openingen zijn.
- Laat geen voedsel open en bloot liggen maar berg alles op in afgesloten bakken of potten. Ook het voer van de huisdieren en zaden en pitten die je aan de tuinvogels geeft. Laat geen voedselresten achter op het aanrecht.
- Overlast in de tuin kan je voorkomen door het voer voor de tuinvogels niet op de grond te gooien maar aan te bieden in een silo of voedertafel waar ze moeilijker bij kunnen.
- Je kan de muis proberen levend te vangen met een life trap. Op die manier kan je de muis vangen zonder ze te doden en kan je ze op een andere plek uitzetten.
- Er bestaan ultrasone verjagers die binnenshuis kunnen ingezet worden om muizen te verjagen. Ze creëren een onaangename omgeving waardoor ze zich onveilig en onprettig zullen voelen.
- Lukt het niet om ze levend te vangen en houdt de overlast niet op dan kan je ze vangen met een muizenval, al dan niet elektrisch. Een doeltreffend systeem waarbij succes verzekerd is.
- Je kan ook werken met gif. Zorg er voor dat kinderen en huisdieren niet bij het gif kunnen. Bied het gif aan in een voederdoos om het veilig te houden. Op die manier ben je ook zeker dat de muizen het gif ter plaatse opeten en het niet gaan hamsteren.